Speurneuzen

Toen we maandagmorgen in de klas kwamen, merkten we dat Witje (onze klaspop) verdwenen was.

Hoe kon dat nu? Waar was ze naartoe? We hadden heel veel vragen ... maar geen antwoorden.
We doorzochten de klas maar niets te vinden. Tijdens de speeltijd zochten we buiten maar daar vonden we alleen een witte pluim.
We maakten affiches met Witje erop en hingen die in de school. Hopelijk had iemand Witje gezien.

De dag erna lag er een brief op haar stoel: we moesten niet ongerust zijn, ze was gewoon even op stap en ze wou de kleuters testen.
Waren ze goede speurneuzen? En konden ze Witje terug vinden?

 

Een goede speurneus moet goed kunnen kijken, proeven, ruiken, voelen en luisteren.

Tijd om daar wat op te oefenen.

Kijken: 

 

 

Proeven:

Ruiken:

Voelen:

Luisteren:

Onze letterdoos was deze week goed vol. Allemaal voorwerpen met de "Z" van zoeken.

 

De laatste dag van de week zagen we plotseling allemaal pijlen hangen.... Na het volgen van de pijlen kwamen we boven in de school in een klein klasje en wie zat daar.... Witje samen met Raaf.

 

 

We kregen van Witje allemaal een speurneuzendiploma. Maar we moesten zelf nog wel invullen waar we goed in waren....sommige kleuters kleurden er 5, anderen 2 of 3... als dat geen zelfevaluatie is ;-)